Bloemkooloor

Ik wilde niets liever dan een piercing. Door een ringetje in mijn oorschelp zou ik niet gewoon een 27-jarige vrouw zijn, maar een stoere 27-jarige vrouw met een rauw randje. Dus ik ging naar een piercing – shop, waar de pierce-mevrouw kirde: “Wat heb jij kleine schattige óórtjes!!” en er vervolgens een naald doorheen drukte.

Toen was ik dus een vrouw met een rauw randje. Letterlijk. Binnen no time zag mijn rechteroorschelp eruit als ongebakken gehakt. Kleine oortjes? Those days are over. Mijn oor was zo dik dat het een eigen postcode verdiende.

De eerste dag na het piercen hield ik nog vol dat het erbij hoorde. ‘Wie mooi wil zijn moet pijn lijden!’ tetterde ik heldhaftig. De tweede dag lag ik trillerig in de foetushouding in bed. Tegen het luchtledige kermde ik dat ik het niet meer aan kon. “Ik kan niet meer leven zo. Ik kán het niet meer.”

Ondertussen waren er in mijn inner circle twee kampen ontstaan. Mijn vriendinnen in kamp één noemden mij ‘Het Rode Oortje’ en stuurden de hele dag plaatjes van de gelijknamige strip naar me door. Kamp twee deed het niet veel beter. Dat begon over het ‘bloemkooloor’.

Toen voelde ik voor het eerst, behalve intense pijn, ook angst. Geen doodsangst – wie sterft er nou aan kraakbeenpijn? – maar je kunt het gerust verminkingsangst noemen. Terwijl mijn oor en ik in de wachtkamer van de dokter zaten, zocht ik op wat zo’n bloemkooloor inhoudt. Het heeft het reliëf van een bloemkool en de vorm van een elfen-oor dat duidelijk met een explosieve wildgroei te kampen heeft gehad. Kan ontstaan bij boksers, door alle klappen, en bij mensen met een ontstoken piercing.

Tegen de tijd dat ik aan de beurt was bij de huisarts, was ik compleet in paniek. DOKTER IK WIL GEEN BLOEMKOOLOOR. Tien minuten later stond ik weer buiten. Ontdaan van de pus en piercing. Laatstgenoemde kreeg ik in een plastic bakje mee. Dat staat nu naast mijn make-upspullen. En hij kijkt me aan. Elke dag. De piercing die ik nooit zal krijgen.

Wat ik ook niet heb gekregen, trouwens: dat bloemkooloor. Mijn oor is na een paar ellendige dagen weer dichtgegroeid. Er zit alleen een klein bultje aan de achterkant van mijn oorschelp. Ik vreesde een bloemkool, maar kreeg een erwt.