Ik heb het echt aardig gevraagd. “Zouden jullie me misschien met rust kunnen laten?” “Ah, jongens, hè, moet dit nou zo?” Maar op een gegeven moment is de maat vol. De koek op. Ze moesten weg. Allemaal. Al die vijftriljard fruitvliegjes die mij en mijn bananen en mandarijnen en appels stalken. Iedere zomer weer.
En dan denkt u vermoedelijk: ja, ik heb ze ook. Ik wéét het. Heel Utrecht, nee, heel Nederland heeft ze in de zomer. Maar mocht u zich afvragen waar ze dan ná de zomer naartoe gaan? Naar mij. Ik heb ze namelijk tot december.
En dan gaat een mens dus googelen. ‘Waar komen fruitvliegjes vandaan?’ Ze kruipen door kiertjes en gaatjes naar binnen. Ze hebben een goede reukzin, en komen – als het fruit overrijp is – op de vrijgekomen alcoholgeur af. In die zin lijk ik wel op een fruitvliegje. Eenmaal binnen seksen ze erop los. Daar komen volgens fruitvliegjes.net honderden spermacelletjes bij vrij. In mijn keuken, dus, hè, boven mijn etenswaar. ‘Hoe kom je van fruitvliegjes af?’ Google tipte azijn, maar er zijn ook antifruitvliegjesmaatregelen. Dus nu staat er een flesje met een kleefkartonnetje eromheen in de woonkamer, naast de fruitschaal, waar die vijftriljard fruitvliegjes buitenmatig veel interesse in hebben. Ze vliegen niet naar die heerlijke banaan, ze gaan niet op die zoete jonagolds af. Neen, ze trappen faliekant in de valstrik.
‘Hebben fruitvliegjes ogen?’ Ja, zegt Google, maar daar kunnen ze alleen lichtverschuivingen mee waarnemen. Verklaart een hoop. Er kleven er nu 40 aan het kartonnetje vast en er drijven er 12 in het flesje. Als ik me verveel, leg ik mijn hoofd op tafel en kijk ik naar het tafereeltje. Hoe ze dan aan komen vliegen en dan plop – krrrk – vastzitten. En dan naar links kijken. “Hé, Johnnie, jij ook hier!” “Ja, ik zag die banaan en toen gebeurde dit. Rita zit er trouwens ook, aan de overkant!” Rita probeert te zwaaien met haar vleugel. Krrrk. Naast Rita hangt Pietertje. Klein van stuk, een beetje onrustig. “Jongens, jongens! Hoelang gaat dit duren?”
Dan zijn ze stil. Allemaal. Ze kijken zwijgend naar hun vastgeplakte vleugels, naar het flesje waar hun familieleden en vriendjes in dobberen. Tja. Hoelang zal het nog duren… Ik pak mijn laptop, raadpleeg Google. ‘Hebben fruitvliegjes gevoel?’